Pijn en beweging

simon-connellan-TQZlo6cC4s0-unsplash.jpg
 

Voor mensen met chronische pijn lijkt bewegen een onmogelijk uit te voeren taak. 

En toch is bewegen een vaak voorgeschreven therapie. Beweging heeft voor een patiënt een waaier aan voordelen in de lichaamskracht, -lenigheid, en -uithouding. Verder kent het zijn positieve invloed op het cardiovasculaire, metabole, cognitieve en het hormonale systeem en het spier- en beenderstelsel. (Kroll et al. 2105)

Bij mensen met pijn is het bewegingspatroon veranderd. We spreken van bewegingsangst en een verlaagde pijndrempel die hen belemmerd een beweging uit te voeren zonder pijn. 

Wij als therapeut en trainer dienen rekening te houden met het biopsychosociale model van de patiënt (IASP 2016, Kroll et al. 2105). Dit wil zeggen dat we zowel het fysieke, psychologische als sociale aspect van de mens dienen evalueren en indien nodig aan te pakken.

Mensen met pijn zijn zich vaak niet bewust van het feit dat de pijn niet proportioneel is aan de eventueel aanwezige weefselschade en ze blijven op zoek naar de oorzaak van hun pijn. Dit resulteert in beperkt ziekteinzicht, onrealisitische verwachtingen van therapie en zorgt voor een barrière voor pijnreductie. Pijneducatie en het daaraan gebonden pijneducatieprogramma geeft meer uitleg betreft het pijnsensatiemodel, zou effectief zijn en pijnervaring verminderen. Het lijkt een belangrijk onderdeel van de therapie. (Van der Poel et al. )

Specifieke krachttraining is de meest aangeschreven vorm. Het zorgt voor pijnreductie en kent een pijndrempelverlagend effect (zowel lokaal als distaal) op lange termijn. Niettemin kent het tot 2 uur na een training een pijntoename terwijl dit niet het geval is bij algemene fitnesstraining. Daarom wordt geadviseerd, om de tijdelijke lokale pijntoename tegen te houden, de oefeningen te variëren en de meer specifieke krachttraining te combineren met algemene fitness of aspecifieke training. Dit om het endogeen pijninhibirend programma van het lichaam te kunnen aanspreken. (IASP 2016). 

Roussel 2012 schrijft over een verhoogde doorbloeding van de spieren wat zal resulteren in pijnreductie tijdens beweging. Beweging heeft ook een zeer positieve invloed op de hersenen en zal heel wat circuits die door de pijn geblokkeerd waren terug activeren. De hersenen moeten als het ware terug ‘leren’ dat bewegen niet gelijk staat met pijn. Aan de start van de beginperiode dient de aspecifieke training een groter aandeel te hebben.

Het voornaamste in het hele onderzoek naar pijn en beweging is dat de patiënt educatief wordt geschoold inzake pijn, er gecoördineerde hulp is binnenin het gezondheidsteam, en de patiënt een bewegingsprogramma ontvangt dat aangepast is zodat het een haalbaar en te begrijpen begrip is binnenin de revalidatie. (Kroll. Et al. 2015)

Een sleutel tot succes is het identificeren en promoten van oefeningen die bewegingen vergemakkelijken. Een pijneducatieprogramma dient vooraf gegaan te worden. 

Veel succes!

Bronnen:

1. https://pdfs.semanticscholar.org/a188/5a585cddfc31b1f4dc759557e500cb1fe7e6.pdf

IASP

2. http://www.paininmotion.be/nijs-pijneducatie.pdf

Nijs et al.

3. https://www.researchgate.net/publication/261443263_Interaction_Between_Pain_Movement_and_Physical_Activity_Short-term_Benefits_Long-term_Consequences_and_Targets_for_Treatment

Hodges et al. 2015

4. https://www.effenweg.be/waarom-wandelen-2/

Roussel 2012

5. http://insanemedicine.com/wp-content/uploads/2015/11/Exercise-therapy-for-chronic-pain..pdf

Kroll et al. 2016





 
Yondr

WE ARE AN IMMERSIVE MEDIA AGENCY USING MOTION, GRAPHICS & TECHNOLOGY TO CREATE DELIGHTFUL EXPERIENCES.

https://www.yondr.agency
Previous
Previous

Ketonen. Een super brandstof?

Next
Next

Is koffie goed voor je?